Bij commandline tools denk je misschien aan cryptische commando’s en ellenlange manpages. Toch bestaan er voor de terminal ook tools met een gebruiksvriendelijke userinterface. Men spreekt dan van een TUI (text-based userinterface) in plaats van een GUI (graphical user interface). We stellen er hier enkele aan je voor.
Auteur: Filip Vervloesem
Vind je bestandsbeheer in de terminal maar niets, dan is ranger misschien iets voor jou. In ranger navigeer je met de pijltjestoetsen of de muis door je bestanden. Voor tekstbestanden toont ranger meteen een preview en met de ‘E’-toets open je het bestand in de default editor. Via externe tools krijg je ook previews van onder andere html- en pdf-bestanden, tar-archieven en zelfs afbeeldingen. De manpage bevat daarvoor meer instructies. Met S open je een shell in de huidige directory. Sluit de shell met ctrl-D of exit om terug te keren naar ranger. Ranger zelf sluit je af met q.
Gebruik de spatiebalk of V en de pijltjestoetsen om bestanden te selecteren. Commando’s voert ranger steeds uit op de geselecteerde bestanden. De meeste commando’s beginnen met een y (voor copy), d (voor delete) of p (voor paste). Een symlink maak je bijvoorbeeld met yy, gevolgd door pl in de directory waar je de symlink wilt plaatsen. Gelukkig toont ranger je de mogelijke commando’s zodra je één letter invoert. Bekijk ook zeker de lijst met alle sneltoetsen via ?k.
Logfiles zijn niet altijd gemakkelijk te interpreteren. Een goede logviewer met highlighting en zoekfuncties helpt je een heel eind op weg. lnav is zo’n logviewer voor de terminal. Standaard toont lnav de berichten uit syslog, maar je kan ook één of meerdere logbestanden naar keuze openen. Navigeren doe je met de pijltjestoetsen/ PageUp/PageDown/Home/End en zoeken via / gevolgd door een reguliere expressie. In de statusbalk toont lnav je steeds een beknopte helpfunctie. Zo zie je bijvoorbeeld meteen dat je de toetsen n en N gebruikt om respectievelijk voorwaarts en achterwaarts door de zoekresultaten te bladeren. Wil je verder teruggaan in de tijd? Start dan lnav op met de –r-optie, om ook geroteerde oude logfiles te openen (zoals bijvoorbeeld syslog.1.gz).
lnav bevat heel wat handige sneltoetsen. Met e en E navigeer je bijvoorbeeld tussen de verschillende error messages in de logfile en w en W doen hetzelfde voor warning messages. Heb je een interessante entry gevonden die je achteraf nogmaals wilt bekijken, markeer die dan met m. De toetsen u en U gebruik je om snel door gemarkeerde log entries te bladeren. De sneltoets i toont je een histogram van het aantal log entries, inclusief de hoeveelheid warnings en errors. Zo zie je in één oogopslag rond welk tijdstip de meeste problemen zich voordeden. Met de toetsen z en Z zoom je in of uit, om de resultaten te groeperen per minuut, per 5 minuten, per kwartier, per uur, enzovoorts. Wisselen tussen het histogramvenster en het standaardvenster doe je met I. Met q sluit je lnav af.
chkservice is een interactieve tool om systemd services te beheren. Het toont een alfabetisch overzicht van alle services: met een [x] ervoor is de service ingeschakeld en met [ ] is die uitgeschakeld. Selecteer een service en gebruik de spatiebalk om die in- of uit te schakelen. Met s start of stop je een service en met r herlaad je een service. Gebruik tot slot q om chkservice af te sluiten.