Linux blijft stijgen in populariteit

About

Linux blijft stijgen in populariteit

Toen een Finse student in de zomer van 1991 de broncode van een nieuwe kernel publiceerde met de gevleugelde woorden “just a hobby, won’t be big and professional like gnu”, kon niemand vermoeden dat Linux anno 2020 juist wel heel groot en professioneel zou worden. Iedereen gebruikt Linux, de meesten zonder dat ze het weten. Waarom Linux telkens populairder wordt, lees je hier.

Linux zou niet bestaan hebben zonder het GNU Project (een recursief acroniem voor GNU’s Not Unix, zie ook www.gnu.org), dat in 1983 de missie had om een volledig vrij besturingssysteem te maken. Tegen 1990 was het GNU-besturingssysteem bijna voltooid, op één essentiële component na: de kernel. In 1991 publiceerde de Finse student Linus Torvalds dan zijn Linux-kernel. Aangezien de ontwikkeling van GNU’s eigen kernel Hurd traag verliep en Linux steeds meer ontwikkelaars aantrok, werd Linux de facto de kernel van het GNU-besturingssysteem, met als resultaat GNU/Linux.

Al snel ontstonden ook de eerste Linux-distributies, die de Linux-kernel, GNU-software en andere software integreerden. Linux werd zo synoniem voor de hele distributie in plaats van alleen de kernel. Maar eigenlijk zouden we dus over GNU/Linux moeten spreken en puristen doen dat ook consequent.

In de late jaren 1990 was Linux al populair bij internetbedrijven, die op het besturingssysteem andere vrije software zoals de webserver Apache, de database MySQL en de scripttaal PHP draaiden (de zogenoemde LAMP-stack). Websites, mailservers, maar ook kritieke infrastructuur zoals dns-servers en internet exchanges draaien doorgaans op Linux of een ander Unix-achtig besturingssysteem, zoals de neefjes uit de BSD-familie. Cijfers erover verschillen nogal naargelang de bron, maar in elk overzicht heeft Linux duidelijk een voorsprong op Windows voor publieke servers.

De stabiliteit en betrouwbaarheid met tegelijk toch een innovatieve ontwikkeling van Linux-distributies en de bijbehorende software is dan ook een groot voordeel voor servers.

Platform voor (web)ontwikkelaars

Bij webontwikkelaars is Linux een populaire keuze, omdat het een flexibel en goedkoop platform is om allerlei programmeertalen, databases en middleware op te draaien. Je kunt op je Linux-desktop dezelfde software draaien als op de Linux-servers waar je je website uiteindelijk uitrolt en dat is een groot voordeel. Ook bij ontwikkelaars van embedded systemen speelt dit voordeel, omdat die doorgaans ook op Linux draaien. Maar ook bij een breder ontwikkelaarspubliek is het besturingssysteem populair. Zo installeren bijna alle Linux-distributies standaard al de programmeertaal Python, terwijl je dat onder Windows nog zelf dient te doen, en met één opdracht van de pakketbeheerder heb je tools zoals een C-compiler of Git geïnstalleerd.

Ook heel wat populaire geïntegreerde ontwikkelomgevingen (IDE’S) bestaan voor Linux, ondertussen zelfs Microsoft Visual Code. En in de wereld van de cloud en containers is Linux de koning.

Supercomputers

Eén domein waarin Linux totaal domineert, is het domein van de supercomputers: sinds 2017 draaien de 500 krachtigste supercomputers ter wereld allemaal Linux, en ook in de jaren ervoor was het overwicht enorm. Gedurende 25 jaar is de dominantie verschoven van Unix naar Linux; Windows heeft nooit een noemenswaardige rol gespeeld in supercomputing en maximaal een aandeel van 1 procent gehaald in de top 500.

In deze wereld zijn schaalbaarheid en flexibiliteit belangrijk om het uiterste uit de computers te kunnen halen, en Linux scoort precies op deze vlakken heel goed. Bovendien worden supercomputers vooral door academici en onderzoekers in technische domeinen gebruikt, die ook al vaker dan gemiddeld een voorkeur voor Linux hebben.

Embedded systemen

In embedded systemen is de dominantie van Linux niet zo absoluut: deze systemen variëren immers enorm op het gebied van prestaties en andere eigenschappen, waardoor het beste besturingssysteem ervoor ook varieert. Maar toch heeft Linux een belangrijk aandeel. De kans is groot dat je thuis een handvol apparaten hebt draaien waar onder de motorkap Linux in te vinden is: je internetmodem, je draadloos toegangspunt, je nas, je smart-tv en zelfs je Android-smartphone.

Ook hier is de flexibiliteit van Linux een belangrijk voordeel: ontwikkelaars kunnen een Linux-distributie uitkleden tot het hoogst noodzakelijke, componenten vervangen door minder zware alternatieven en er eenvoudig hun eigen software op draaien. Ook de Raspberry Pi kun je als een embedded system beschouwen, en voor velen is Raspbian, het officiële besturingssysteem van de Raspberry Pi Foundation, hun eerste kennismaking met Linux.

2020: het jaar van Linux op de desktop?

Al zo’n 20 jaar horen we in de media dat dit jaar ‘het jaar van Linux op de desktop’ wordt. En dat terwijl ondertussen al meer mensen een mobiel toestel gebruiken dan een desktopcomputer. Op desktops en laptops heeft Linux de laatste jaren een stabiel aandeel van zo’n 2 procent. Vergeleken met de 11 procent van macOS en 86 procent van Windows in de recentste cijfers van NetMarketShare is dat beperkt, maar niet verwaarloosbaar en altijd meer dan het zwaar door Google gepromote Chrome OS (dat eigenlijk ook een Linux-distributie is).

Dat Linux maar niet lijkt door te breken bij het grote publiek, heeft vele redenen. Mensen veranderen niet graag en bij Linux moet je gewoon te veel keuzes zelf maken, wat al begint bij de keuze voor een distributie: gebruik ik Ubuntu, Fedora, openSUSE, Gentoo of nog iets anders? Het jaar van Linux op de desktop? Dat komt er waarschijnlijk nooit.

Share
November 2024
December 2024
No event found!

Related Topics